Op ontdekkingstocht vandaag over State Highway 60, ook wel Takaka Hill Road genoemd, de enige weg die van Richmond helemaal naar Golden Bay gaat, richting het meest noordwestelijke punt van Nieuw-Zeelands Zuidereiland. Dunbevolkt en afgelegen is de baai een rustplek voor migrerende walvissen en dolfijnen. De 32 km lange smalle zandschoorwal met de toepasselijke naam Farewell Spit (waar je het land vaarwel zegt en in de zee valt), die de baai afschermt van de ruige Tasman Zee, is een paradijs voor trekvogels en een belangrijk vogelreservaat. Golden Bay, een favoriete vakantiebestemming voor wie van een uitzonderlijke natuur houdt en graag de grootste zeevissen wil spotten of bijzondere kustvogels wil zien. Voor ons geen walvissen of vogels, wij gaan heel relaxed op uitstap langs enkele leuke stops in de Golden Bay regio.
We voelen ons een klein beetje Abel Tasman die in 1642 met zijn bemanning in Golden Bay voor anker ging en daarmee voor een primeur zorgde: hij was de eerste Europeaan die Nieuw-Zeeland bezocht al duurde zijn verblijf slechts 5 dagen, werden 4 van zijn mannen gedood en zijn schepen verjaagd door de plaatselijke Maoristammen. Tasman noemde de baai dan ook Moordenaarsbaai. Later werd het Blind Bay en Massacre Bay en Coal Bay om uiteindelijk Golden Bay (Mohua in het Maori) te worden nadat er in 1857 goud werd gevonden.
Eerste halte op deze luie rustig-aan dag wordt het kleine stadje Motueka. Het weer valt dik tegen: grijze lucht, mist en druilerige regen. Nochtans krijgen de Waimea Plains en de Moutere Hills zo’n 2.600 uren zon per jaar, behalve natuurlijk vandaag! Veel strand zal er waarschijnlijk niet inzitten op ons tripje.
Zagen we de wijngaarden tussen Nelson en Richmond eerst vanop de fiets (zie blog Great Taste Trail), nu zien we ze vanuit de auto en het valt extra op hoe uitgestrekt sommige wijndomeinen zijn. Niet alleen de druiven groeien hier weelderig, de boomgaarden vol kiwi’s, bessen en kersen kleuren de wegkanten groen. Proeven is makkelijk, gewoon stoppen aan een kraampje en een bakje heerlijks kopen, recht van de struik!
Wat een fantastische streek is dit, één lange uitgestrekte sappige vruchtbare vlakte, omgeven door golvende heuvels!
Het is laagtij als we voorbij de Moutere Inlet rijden die naadloos overvloeit in de Motueka Inlet – van inham naar inham rijden we het centrum van Motueka in, volgens de i-Site een gezellige en levendige plaats met een artistieke uitstraling. Misschien is in dit geval het sombere weer de boosdoener maar wij hebben een totaal andere indruk. Geen schattige bloemen- of juwelenwinkels, geen kunstgaleries, er is weinig te vinden wat ons kan boeien. Voor de grote winkelketens (The Warehouse, Mitre 10, Countdown, New World) die je in elke Nieuw-Zeelandse High Street tegenkomt, gaan we niet in de regen lopen. Wel voor de Motueka Inlet Trail (parking en start aan het einde van Courtney Street) want wandelen willen we altijd, ook al worden we nat. Het wordt een kort en plezierig toertje, een half uurtje uitwaaien langs bosjes wilde venkel, over gemakkelijke paadjes met zicht op de inham in de verte.
Een stevige snack, auto in en klaar om de Takaka Hill te veroveren. De laatste lange rijen fruitstruiken glijden voorbij en we zijn 100 % klaar voor de zigzagweg over de bergpas. Het wordt klimmen naar 791 m hoogte over 257 bochten waarvan sommige net geen cirkel vormen. Ik zit bijna zelf te draaien – een route die niet aan te raden is voor mensen die makkelijk wagenziek worden. Spectaculair dat wel!
We kronkelen als een slang tegen de bergflank op, tegen 30 km per uur. Jammer van de mist die ons niet toelaat te genieten van de vergezichten en die het te gevaarlijk maakt om aan een lookout te stoppen. De geplande wandelingen langs de Ngarua Caves en de Takaka Hill Walkway hebben we geschrapt. De parking en het pad zijn nauwelijks te zien door de laaghangende wolken en gezien de toestand van de ondergrond (Takaka Hill zit vol gaten en holen en grotten) kan je best extra voorzichtig zijn!
Van het hoogste punt langs duizelingwekkende haarspeldbochten terug naar de groene vallei, we laten de Takaka Hill achter ons.
Oef, zucht, geen hartkloppingen veroorzakende slingerweg meer maar een rustige rechtdoor baan met de eerste landelijke huisjes van Upper Takaka en de oevers van de Takaka rivier, verstopt achter het struikgewas. Amper een spoor van bewoning te zien in deze streek die tussen 2 nationale parken geperst zit - aan de ene kant het Kahurangi National Park, aan de andere kant het Abel Tasman National Park. De dorpjes zijn niet veel meer dan een naambord langs de wegkant. Gelukkig zijn de koeien er die voor wat levendige beweging zorgen in dit stille landschap. Dichter bij Takaka wordt het drukker: B&B’s, campings, vakantie-accommodaties en eindelijk, na 108 lastige kilometers, het kleurrijke ‘Golden Bay Visiter Center’.
Gearriveerd in het centrum van Takaka, de belangrijkste plaats in de Golden Bay regio. En ondanks de motregen die alles blinkend nat maakt, worden we instant blij van het uitzicht dat Commercial Street biedt. Vrolijke en grappige gevels van eethuisjes, cafés en restaurants. Een authentiek koloniaal hotel. Kleurrijke en fantasievolle uithangborden. Winkeltjes stijl ‘hippe jaren 60’ naast een kunstencentrum en kunstgaleries in alle kleuren van de regenboog.
Zomer onder een grijze hemel. Charmant, levendig, klein (want net geen 1.300 inwoners) en sfeervol, zo hebben we een stadje graag!
Nu eerst een lunchplek zoeken want daar zijn we dringend aan toe (en koffie!). Het wordt een moeilijke keuze met zoveel aantrekkelijke plekjes en uiteindelijk wint ‘The Dangerous Kitchen’, alleen al voor de naam! Een aanrader! Proef zeker de vegan pizza met babyspinazie, champignons, artisjokharten, vegan kaas, aioli en jackfruit. Adres: The Dangerous Kitchen – 46, Commercial Street
Voor de ijverige roadtrippers onder jullie, de SH 60 loopt door tot Collingwood, het laatste dorp in het Golden Bay gebied. Daar stopt de weg en is er enkel het grote niets: natuur, strand en zand. Wij besluiten echter niet verder te rijden en op de terugweg nog een paar bezienswaardigheden mee te pikken gezien de regen blijft aanhouden en beter weer er niet meteen inzit.
Tijd voor een stukje opmerkelijke natuur op net geen 7 km van Takaka: Te Waikoropupū Springs, door de locals afgekort tot Pupu Springs. Wat zo uitzonderlijk is aan deze bronnen? Het zijn de grootste zoetwaterbronnen in Nieuw-Zeeland, de grootste op het zuidelijk halfrond en één van de 100 waterrijkste bronnen ter wereld. Zij bevatten het meest zuivere water ooit gemeten en dat is niet alles: uit de bronnen borrelt 14.000 liter water per seconde – gigantisch veel met andere woorden! Een ander en niet te verklaren fenomeen is het feit dat het water van de bronnen toe- en afneemt, gelijktijdig met het hoog- en laagtij van de zee, alhoewel ze boven zeeniveau liggen.
Geen wonder dat Maoristammen de Pupu Springs beschouwen als een plaats van spirituele genezing, die heilig of 'wahi tapu' is. Voor hen zijn de bronnen een ware Schat (met hoofdletter!). Leven kan immers niet overleven zonder 'wai' of water en de wateren van Te Waikoropupū vertegenwoordigen het levensbloed van Moeder Aarde en de tranen van Vader Hemel. Het is dan ook verboden om te zwemmen in het bronwater, ervan te drinken, een flesje te vullen of je hand of vinger erin te steken! Wat mag wel? Kijken en genieten en stil worden bij zoveel schoonheid.
Lees, voor je van de parking naar de bronnen wandelt, zeker de infoborden aan de ingang. Het verhaal van Te Waikoropupū Springs en dat van de groene Touchstone is fascinerend, zoals alle Maoriverhalen en legendes die we hoorden of lazen tijdens onze vele uitstapjes.
De walkway naar de bronnen, deels over houten vlonders, leidt je door een schilderachtig natuurgebied van manukastruiken, kanukabos en grote varens, over snelstromende riviertjes en langs vijvers vol groene waterplanten. In de stilte klinkt plots het geluid van een weka en ja hoor, aan de kant van het pad zien we een mama weka met 2 donzig bruine kuikens. Een momentje van paniek wanneer baby weka nummer 1 achterblijft en met veel drama gevonden wordt door mama en nummer 2. Snel verdwijnen ze in het struikgewas. Te snel voor een foto.
Vanop het uitkijkplatform heb je een goed zicht over de magische wateren van de Pupu Springs en hun merkwaardige groen en turquoise glans. Wandel een eindje verder naar de Dancing Sands Spring voor nog meer kleuren en diepte en stilte en helderheid. En denk niet, dit zijn maar bronnen, dit zijn maar bubbelende cirkels op het wateroppervlak. Nee, lieve lezer, dit is pure magie! Een unieke ervaring, zelfs op een natte regendag!
Adres: Pupu Springs Road, Takaka
Van een totaal andere orde is onze laatste stop op de terugweg: Anatoki Salmon. Dwars door het vlakke boerenland aan de uitkanten van Takaka, met zicht op de Tasman Mountains, loopt de Anatoki rivier, gekend om de grote hoeveelheid bruine forel die je er kan vangen. Voor zalm, verser dan vers en ter plekke gekweekt, rij je tot waar de weg stopt, tot de Anatoki Salmon Farm.
Je hebt hier de mogelijkheid om je eigen zalm te vangen. Simpelweg visgerief ophalen, zalm vangen, vers meenemen naar huis of ter plaatse koud of warm laten roken. Geen zin om zelf je visje te vangen? Dan kan je ook kant-en-klare zalm kopen, vers of gerookt in allerlei smaken (lemon & pepper – cajun – basil & garlic). En neem het gerust van ons aan: zo lekker heb je een stukje zalm nog nergens gegeten.
Er is een gezellig café met uiteraard zalmschotels op het menu, een minigolf en kids zoo, een speelterreintje en de mogelijkheid om tamme palingen eten te geven in de vijver.
Leuk als je in de buurt bent of een echte zalmliefhebber bent.
Adres: Anatoki Salmon – 230, McCallum Road, Takaka
Golden Bay... zelfs zonder baai en strand (waar we niet zijn geraakt) is deze regio zeker de rit 'over the hill' waard, al is het maar om eens een ‘ander’ Nieuw-Zeeland te zien dan het land van de populaire toeristische trekpleisters waar bussen en campers rijtje schuiven voor die ene geweldige foto.
Reactie plaatsen
Reacties