Een druk reisprogramma vandaag, dat ons van de Serra de Tramuntana en de noordkust (Sa Calobra) naar de Serra del Nord (Santuari de Lluc) en het meest noordelijke puntje van het eiland (Cap Formentor) brengt om te eindigen in de oude hoofdstad van Mallorca (Alcúdia).
CARRETERA DE SA CALOBRA
Wat maakt Sa Calobra, het strand, de baai en de kloof nu zo bijzonder dat er, in het hoogseizoen, bussen vol toeristen naartoe komen? Om die vraag compleet te beantwoorden, moet ik beginnen met de rit ernaartoe want die is op z’n minst gezegd spectaculair. Vanuit Palma gaat het richting Sóller om daar de schilderachtige maar behoorlijk slingerende MA-10 te volgen. Een uitkijkpunt en een aantal bochten later, zien we langs de baan een glinstering van water. Een meer? Een rivier? Stoppen is dan ook een must en gelukkig is er een kleine parking. Wat we zien is de natuurlijke schoonheid van een kunstmatig aangelegd waterreservoir, het Pantà de Gorg Blau, dat sinds 1971 de stad Palma van water voorziet.
Wat de Gorg Blau zo speciaal maakt is de ligging in een vallei tussen de hoogste toppen van de Serra de Tramuntana. De Puig Major (1445 m) en de Puig de Massanella (1367 m) kijken van heel hoog neer op deze verrassende plek - het blauw-groene water en de zanderige oevers in schril contrast met het ruige gebergte. Op de rotsen aan de overkant spelen berggeitjes verstoppertje tussen de struiken en de steeneiken. Eentje komt toch nieuwsgierig kijken en blijft netjes poseren voor de foto.
Aan de rand van de parking houdt een stenen kolom of menhir de wacht, als een stille herinnering aan een heiligdom uit de oudheid.
Bij de kruising van de MA-10 met de bergweg MA-2141, nemen we de afslag naar Sa Calobra en Cala Tuent. En dan begint één van de meest onvergetelijke bergritten over wat algemeen bekend staat als ‘The Snake’ of de ‘Serpentina’ maar wat dus officieel de Carretera de Sa Calobra is. Behalve via de zee, is dit trouwens de enige manier om het kustdorpje Port de Sa Calobra te bereiken.
15,3 km lang, een totaal hoogteverschil van 720 m, 16 haarspeldbochten, een stijgingspercentage op sommige stukken van 11,5 % en in 1932 met de hand aangelegd - dat zijn de cijfers.
Wat die cijfers niet zeggen zijn de adembenemende vergezichten, de onverwachte berglandschappen van de Coll dels Reis, de bochten voor ons die nog komen en de bochten achter en naast ons. Het beste moment is de Mirador Corbat met een bocht van 360 graden, de Nus de sa Corbata, waar de carretera via een brug onder zichzelf doorgaat. Op dit punt heb je het mooiste zicht op de Puig Major.
Een tip: blijf niet op de parking of op het terras van het kleine café/restaurant, maar kruip onder de omheining aan de kant van de straat en ga de rotsen op - de perfecte plek voor de perfecte foto’s.
De weg slingert verder door de bergen, van bocht naar bocht, met nog een extraatje onderweg, de zeer smalle kloof Penyal del Cavall Bernat, om tenslotte te dalen en te eindigen aan de zee, op de parking van Sa Calobra.
Moet het nog gezegd dat dit ritje een van de meest fantastische herinneringen aan Mallorca is? Met dank aan onze 2 chauffeurs die ons veilig door alle bochten brachten!
DE BAAI EN DE KLOOF
Waarom Sa Calobra zo uitzonderlijk is, blijft nog even verborgen. Om dat te ontdekken lopen we van de parking naar beneden, langs het water, door een smalle, soms donkere en vochtige rotstunnel, om dan verrast te worden met dit: een afgelegen en unieke baai, azuurblauw water, gekaderd tussen steile kliffen. Witte boten dobberen op het kalme water en van het ganse beeld gaat een eindeloze rust uit. Het paradijs mag er, wat mij betreft, zo uitzien! Verwacht geen beachbars, geen parasols en geen ligstoelen, alleen het stille keienstrand en een verdwaalde meeuw.
Tip: blijf niet op het strand hangen maar loop een eindje de kloof in die breed uitloopt op het strand. Deze Torrent de Pareis is één van de grootste erosiekloven in Europa en nog een reden waarom Sa Calobra zo buitengewoon is. De ongerepte natuur, de wisselende kleuren van de kloven en grotten, de eenzame coniferen en pijnbomen en de hoogte van de kliffen waar je tussen wandelt, het verbaast en verwondert!
Een klein bruin geitje wandelt eventjes mee langs de kant maar verdwijnt dan over de rotsen de hoogte in, net te snel voor een foto.
Opmerking 1: ik kan mij best voorstellen dat de omgeving van Sa Calobra in het zomerseizoen erg druk is want dit is één van Mallorca’s toppers. In het najaar echter, sta je zo goed als alleen in dit wondermooie landschap!
Opmerking 2: trek genoeg tijd uit voor een bezoek aan de baai en de kloof want van Sa Calobra en de Torrent de Pareis wil je zo lang mogelijk genieten!
SANTUARI DE LLUC
In omgekeerde richting terug, langs de beruchte en bochtige Serpentina, richting MA-10 voor onze volgende stop, het Santuari de Lluc in de gemeente Escorca. Aan café Escorca op het eindpunt van de carretera, het roze bordje volgen ook al hou je niet van roze! We blijven in de bergen van de Serra de Tramuntana, in het deel dat Serra del Nord genoemd wordt - de ongelooflijke zichten op de Puig de Massanella en de Puig d’en Galileu krijgen we er gratis bij.
Het klooster, bekend als het Monastir de Nostra Senyora de Lluc, ligt op een hoogte van 525 m, in een groen dal van pijnbomen en steeneiken, in een magnifiek decor van rotsige bergen. Dit is waarschijnlijk één van de meest mystieke en meest heilige plaatsen in Mallorca. De legende vertelt het verhaal van een herdersjongen die, in de 13e eeuw in een rotskloof, een zwart Madonnabeeldje vond. Het beeld werd overgebracht naar de kerk van Sant Pere d'Escorca maar keerde mysterieus steeds terug naar de grot. Die groeide uit tot een bedevaartsoord met een kapel voor La Moreneta of de kleine donkere, zoals het beeldje werd genoemd. Later werd de kapel verbouwd tot een kerk met klooster en uitgebreid met een kostschool, een herberg en een botanische tuin. In 1531 werd ook het internationaal bekende jongenskoor Els Blauets opgericht. De koorschool bestaat nog altijd en zingt ook nog altijd elke ochtend voor de Madonna.
Begin 20e eeuw werd het rozenkranspad aan het complex toegevoegd, met 5 stenen monumenten, elk met 3 bronzen platen, gemaakt onder leiding van Antoni Gaudí. Heb je niet voldoende tijd voor een complete tour, ga dan zeker de heuvel op voor een wandeling langs deze massieve kunstwerken, die als het ware uit de rotswand lijken te groeien. Je wordt meteen ook getrakteerd op een onbetaalbaar uitzicht op de vallei van Lluc en Aubarca! En de nadarhekken op de rozenkransheuvel, die omzeil je toch – die vallende stenen blijven heus nog wel even liggen!
Ook de kerk mag je niet overslaan want het gouden interieur (naar een ontwerp van Gaudí) en het met edelstenen versierde Madonnabeeldje zijn pareltjes van barokke kunst.
Er wonen nog steeds monniken in het klooster en je kan er ook logeren. Lunchen kan in één van de restaurants of heel eenvoudig in Cafè Sa Plaça voor een simpele pa ambo li, die je nergens beter eet dan op Mallorca.
In de tuin voor het eerst een aardbeienboom gezien – grappige lichtzure vruchtjes – maar dit is wel de nationale boom van Spanje!
Het Santuari de Lluc is, ook in de 21e eeuw, een authentieke plaats vol geschiedenis die nog steeds bezocht wordt door ‘moderne’ pelgrims op zoek naar rust en stilte.
CAP FORMENTOR
We ruilen de vredige oase van het klooster in de Lluc vallei voor de wilde zee en de onherbergzame kliffen van Cap Formentor in het uiterste noorden van het eiland. Een groter contrast bestaat er niet. Van Escorca naar Port de Pollença komen we alweer schone vergezichten tegen en een paar geweldige colls, populair bij wielertoeristen. En ja hoor, de haarspeldbochten zijn ook van de partij. Dat merken we op de smalle kronkelweg van Port de Pollença tot aan het mooiste uitkijkpunt van Mallorca, de Mirador es Colomer. Vanaf de kleine parking gaat een betonnen pad naar omhoog (veel trappen dus!) naar een platform waar je een fenomenaal uitzicht hebt op de woelige zee in de diepte, de ruwe rotsen en de 400 m hoge kliffen.
Fotomomenten in overvloed en een absolute aanrader! Hier ontmoet je jezelf in de overweldigende natuur. Hier voel je je net zo vrij als de rondvliegende meeuwen.
Tip: Aan het kraampje kan je een ijsje eten en hele mooie postkaartjes kopen.
ALCÚDIA
De oude Romeinse hoofdstad van Mallorca is onze laatste stop voor vandaag. Aan de overkant van de baai van Pollença, ligt dit historische stadje met gezellige straatjes, knappe oude gevels en leuke pleintjes. De wandeling over de middeleeuwse stadsmuren is een must!
Een ideale afsluiter van een bijzondere dag langs bijzondere locaties, gekenmerkt door heel veel schoons!
Reactie plaatsen
Reacties
Bedankt Bernadette om deze stopplaatsen zo goed te documenteren en te beschrijven . Als reisbegeleider van Intersoc voor Mallorca kan ik het misschien wel mooi aan elkaar vertellend rijgen maar je geschreven verhaal is echt mooi ,inspirerend en niet te evenaren .