Van Beernem naar Brugge: een stationsstapper langs water en bossen en eindeloze dreven.

Gepubliceerd op 21 april 2024 om 14:55

Een frisse maar zonnige en droge zondagochtend in april. Dat roept om een wandeling, zeker na alle nattigheid van de voorbije dagen en weken! We willen geen stress, we willen geen files. We nemen de trein en gaan een overbekende stationsstapper lopen. We vertrekken aan het station van Beernem en wandelen via de West-Vlaamse natuur naar het station van Brugge. De route is onderdeel van de GR 129, een Grote Routepad van Brugge naar Aarlen. Met 573 km is dit de langste wandelroute van ons land, extra populair geworden na de tv-serie ‘Dwars door België’ van documentairemaker Arnout Hauben. Onze ambitie beperkt zich tot de 20,5 km van de eerste etappe maar dan in omgekeerde volgorde.

 

Een kanaal, een Capybara wandelpad en de Zuidleiebrug

In de straten rond het station van Beernem raken we het spoor bijster. Geen wit-rode streepjes te bespeuren, wel knooppuntenbordjes en een speelplein/parkje met hoge bomen waaronder de blauwe boshyacint weelderig bloeit. Een smal voetpad brengt ons op de Oude Vaartstraat, zoals de naam laat vermoeden langs de vaart of het Kanaal  Gent – Brugge – Oostende. Dit is één van de oudste kanalen in Vlaanderen, uitgegraven in de jaren 1270 tot 1280. Nadien verbreed en verdiept zodat in de 17e en 18e eeuw ook grote zeeschepen toegang hadden tot de Gentse haven. In 1987 werd de Miseriebocht als laatste rechtgetrokken. Die kromme loop van het kanaal behoort nu tot het verleden en vormt een klein natuurgebied.

Op het autovrije fiets- en wandelgedeelte naast de straat merken we een richtingwijzer ‘Brugge’. We zitten goed! Het is fijn lopen tussen water en groen struikgewas. Een doorkijkje aan de oever geeft zicht op de plezierboten van de Beernemse jachthaven.

Trap af en over het Capybara wandelpad. Waarschijnlijk komt de naam van een aantal reuzencavia’s of capybara’s die in 2003 ontsnapt waren en teruggevonden werden in de buurt van het kanaal. Trap op en over de fiets- en voetgangersbrug naar de noordkant van het kanaal. Een deftig staaltje techniek, die Zuidleiebrug, met zijn hoge rode mast en stalen kabels.   

Een eentonig stukje asfalt en aan het bord richting de E40 zien we eindelijk de wit-rode markering van de GR. Dit zijn meteen de eerste wit en rode streepjes sinds ons vertrek aan het station van Beernem vanochtend. Of hebben we een paar aanduidingen over het hoofd gezien?

 

Een vallei, een natuurgebied en een veldslag van 1 dag

Nog meer asfalt aan het kanaal tot we op het (weliswaar verharde maar autovrije) jaagpad belanden, links de vaart en rechts de velden. In de graskant, het eerste klaphek van natuurgebied Gevaerts-Noord, gelegen in de Vallei van de Zuidleie. Met een beetje geluk ontmoeten we ezels of Gallowayrunderen en fladdert er een ijsvogel of oeverzwaluw uit de struiken. Niet dus maar de glooiende oevers van de vaart, de uitbundig gele brem en gaspeldoorn, de vreemd gevormde bomen en de verzonken vennetjes toveren zo een brede glimlach op ons gezicht. En wie zoekt, vindt misschien de bronnen van de Brugse reien in dit opmerkelijke landschap.  

Wit-rood stuurt ons naar een weggetje met de verwarrende naam De Panne, over een private oprit en langs een omgeploegde akker, de geur van het platteland. Een gravelweg volgt, omlijnd met hoge populieren die recht als kaarsen naar de blauwe hemel wijzen.

We laten ons drijven op de vredige stilte in een decor van ruisende grassen met in de verte nog meer lanen en dreven en bomen waar de middagzon een zachte gloed over strooit.

In de grasberm staan fluitenkruid en meidoorn. We worden helemaal blij van de sierlijke witte bloemen die de lucht vullen met een vleugje lente. Een kasseiweggetje, een zandweg, een veldweg … we ontdekken het Beverhoutsveld, op de grens van Beernem en Oedelem. Een uniek ‘waardevol landbouwgebied’ waar je alleen maar akkers en weiden en knotwilgen tegenkomt. Een gebied ook met een eeuwenoude geschiedenis en beroemd vanwege de veldslag op 3 mei 1382 tussen Gent en Brugge met als inzet het riviertje de Zuidleie. Het gevecht duurde amper 1 dag en werd door de nuchtere Gentenaren gewonnen.

 

De wonderen van de Assebroekse Meersen

Een beekje, een modderige dreef, scheefgroeiende bomen, witte dovenetel en paarse smeerwortel, dit is het domein van de Assebroekse Meersen. Beken, sloten, greppels en plassen, alles wat water kan bevatten, wordt hier gekoesterd. Nat en vochtig en moerassig, het levert leuke beelden op van zacht wuivende rietpluimen, gele bloemenboorden en kunstige weerspiegelingen in de vele grachtjes! Een keurige fiets- en wandelroute loopt door dit natuurgebied en waar de beken Sint-Trudoledeken en Hoofdsloot samenkomen, vind je een infobord van Natuur en Bos.

Met zicht op de kerktoren van Ver-Assebroek stappen we nog een eindje verder tot de honger en een vrolijk versierde zitbank/boomstam aankondigt dat het dringend lunchtijd is. Koffietje erbij, broodje erbij, even geen beweging maar een pauzemoment zodat we rustig de tijd kunnen nemen om al het schone rondom ons te bewonderen.

Wat een bijzondere plek is dit en niet eens zo ver van huis! Soms is de mooie natuur dichterbij dan wij denken.

Terug op pad. We passeren opnieuw de Sint-Trudoledekenbeek en wandelen naar de idyllische dorpskern van de wijk Ver-Assebroek. Tot onze verbazing blijken de Assebroekse Meersen nog een mysterieus historisch monument te verbergen. De cirkelvormige grachten rond een eiland ter hoogte van de Kerkdreef waren een raadsel met veel vragen zonder antwoorden. Na jaren van onderzoek is het zeer waarschijnlijk  dat de cirkels verwijzen naar de resten van een middeleeuwse waterburcht. Uniek in Vlaanderen en beschermd als archeologische site.

Uitgebloeide narcissen en lieve madeliefjes, een kunstwerk en de Heilige Mariakapel, de omgeving van het Pastoor Verhaegheplein is een beschermd dorpsgezicht en goed voor weer een fotomomentje.,

 

Een route zonder abdij en bosjes zonder bos

We laten Ver-Assebroek achter ons. Zonnige boterbloemen, opvallende look-zonder-look, hoge populieren, de lange rechte asfaltbaan leidt ons naar een onverharde weg en de Abdijenroute. Oorspronkelijk de spoorlijn van Gent over Eeklo naar Brugge in de jaren 1860, nu gedeeltelijk een zeer aangenaam fiets- en wandelpad dat de Steenbrugse Bosjes doorsnijdt.

Een bruggetje over, we kruisen een laatste keer de Sint-Trudoledekenbeek, vangen een glimp op van het immens grote AZ Sint-Lucas en … lopen verkeerd. Een schuin geplaatst paaltje, een richtingbordje dat links wijst maar eigenlijk rechtdoor gaat, niet opgelet, de weg kwijt. Gestrand in het kreupelhout. Omkeren is misschien nog niet zo’n gek idee.

Dat korte zij-uitstapje geeft ons wel een duidelijk beeld van de Steenbrugse Bosjes. Geen donker bos met dicht op elkaar staande hoge bomen, wel een verzameling kleine en jonge aanplantingen op een drassige ondergrond die samen een aangename en natuurlijke omgeving vormen.

 

Natuur en cultuur, slechts gescheiden door een kanaal

De bosjes uit, een woonwijk door, de gewestweg N50 over, langs de Delhaizeparking … we staan aan de oevers van het Kanaal Gent – Brugge – Oostende waar onze GR deze ochtend mee begon. De Tragelweg, een jaagpad richting Brugge, is druk met fietsende en wandelende zondagsmensen.

Aan de overkant de als bouwkundig erfgoed geklasseerde site van staalbedrijf La Brugeoise en de lange rijen woonwagens van de kermismensen die in hartje stad met hun kramen op de Meifoor staan.

Witte stervormige bloemetjes van vogelmelk in het gras aan de rand van het pad maar opgelet, want dit schattige plantje is giftig! Alleen kijken, niet aankomen! Een verwaarloosde en overwoekerde ruïne van een WO II bunker, de eerste grote en kleine boten, het nieuw aangelegde Katelijnepark, over de loopplanken onder de Ringweg rond Brugge en via de Katelijnepoortbrug met zicht op de watertoren van de Gentpoortvest wandelen we zo het historisch centrum in.

Op de Katelijnevest zeggen we vaarwel aan de GR 129 en volgen nog een paar honderd meter de GR 5A, richting het station, eindpunt van deze wandeling. Slenteren en kijken en genieten, in de schaduw van de oude lindenbomen (geplant in 1856!) op een wandelweg die deel uitmaakt van de middeleeuwse stadsomwalling. Komen we nog terug als we weggaan??

De pittoreske geveltjes, het romantische Minnewater, de roeibootjes die artistiekerig zijn gevuld met plantjes, het zicht op beroemde torens en gebouwen, de robuuste Poertoren, de aparte doorkijkjes, we worden getrakteerd op een half uur durende cultuurbeleving voor we arriveren aan het station en de trein retours Beernem nemen.      

 

Wil je het onbekende Brugse achterland op een gezellige en sportieve manier ontdekken dan is deze eerste etappe van de GR 129 een ideale daguitstap met heel afwisselende landschappen en als kers op de wandeltaart, een Brugs mini- stadstripje.

 

PRAKTISCH

 

Start: Stationsplein, 8730 Beernem

Einde: Stationsplein, 8200 Brugge

Afstand: 20,5 km

Tip: neem voldoende eten en drinken mee want onderweg kom je geen winkels en amper 2 tavernes tegen.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.