Een uitstap terug in de tijd
Terug naar 1912, het jaar dat de eerste mahoniehouten trein van de Ferrocarril de Sóller van de hoofdstad Palma naar het 27 km verder gelegen Sóller reed. Vóór de bouw van de spoorlijn was Sóller eeuwenlang een erg geïsoleerd stadje. Een paar kilometer landinwaarts opgebouwd als bescherming tegen piraten en zeerovers, was het enkel de bereiken via de zee en de havenplaats Port de Sóller of via geitenpaadjes over de Coll de Sóller, een bergpas in de Serra de Tramuntana met een hoogte van 496 m.
Niet evident als 19e-eeuwse boer om te overleven als je olijfoogst en de opbrengst van je citroen- en appelsienbomen amper in de rest van het eiland geraakten. Daar bracht de spoorweg verandering in. De houten treinrijtuigen – waarvan 1 tot 4 nog steeds rijden! - werden op het eiland zelf gebouwd en begin 20e eeuw vooral gebruikt om olijven en citrusvruchten te vervoeren naar Palma. De Ferrocarril bracht welvaart naar Sóller en dat is nu nog duidelijk te zien aan de monumentale huizen en statige gebouwen in de stad.
Een fotogenieke treinreis
Die begint in Ca’n Pastilla waar we de bus nemen naar de Plaça d’Espanya in Palma en voor het eerst kennismaken met het goed geregeld openbaar vervoer in Mallorca. De spoorlijn heeft een eigen station aan de Carrer d'Eusebi Estada, op een boogscheut van de Plaça d’Espanya. Het zachtgele gebouw met de typisch groene luiken straalt nog de sfeer uit van de beginjaren van de Ferrocarril. Met een beetje fantasie zie je hier de dames van de beau monde in hun zwierige zomerjurken en hoeden met bloemen en veren en de heren met kniebroek en strohoed staan wachten op de houten trein die hen naar Sóller en de kust brengt.
Aan de loketten uit ‘de tijd van toen’ staat geen betaalterminal, hier betaal je ouderwets met geld! Niet goedkoop, dat historische treintje – een enkeltje naar Sóller kost je 18 euro maar is elke euro dubbel en dik waard.
In afwachting van de trein (die geen haast heeft want hij rijdt al 109 jaar hetzelfde traject) kan je in de cafetaria een drankje of de lokale producten van Sóller kopen. Vanop het perron, onder het bruin-beige houten gestreepte afdak met zijn zwart metalen gebinte, zien we de trein langzaam aankomen tussen de stadsgebouwen uit een volgende eeuw door. De kaartjes worden net als vroeger nog geknipt en traag vertrekken we voor een memorabele rit van iets meer dan een uur.
Na de buitenwijken van Palma, de hippodroom (waar ook de paarden logeren die de toeristenkoetsen trekken), de daklozen onder de brug (die het je ook op dit mooie eiland), rijdt de trein langs het oude stationnetje van Son Sardina, slaperig in de zon, dromend van vroegere tijden. Links en rechts merken we afgelegen finca’s en olijfgaarden in grote lappen roestbruine aarde, omzoomd met de typerende keienmuurtjes. En op de achtergrond de overal aanwezige imposante berglandschappen van de Serra de Alfàbia. Bos en terrasbouw en een eenzaam ezeltje wisselen af met nauwe grijsgele rotswanden, die net genoeg plaats laten voor het treinspoor.
Na het pittoreske station van Bunyola en nog meer poederroze huizen met (jawel) groene luiken, duikt de trein de eerste van een heleboel tunnels in, dwars door het gebergte.
Goed geteld zijn het er 13 waarvan de langste, de Túnel Major zo’n 3 km lang is. Dit is meteen ook het hoogste punt van de treinlijn en het ouderwetse tjoektjoek-geluid in de wagon is, behalve oorverdovend, ook wel heel speciaal. Vlak na de lange tunnel stopt de trein op de Mirador del Pujol d'en Banya, voor het meest schitterende zicht op Sóller, verborgen in een groene vallei. Een aantal tunnels en een lang viaduct verder daalt de trein tussen de appelsienbomen door het dal in, met het bijzondere station van Sóller als eindpunt.
Behalve voor de geweldige uitzichten moet je deze treinrit vooral voor de beleving doen! Dit is 200 % genieten!
Sóller, verstopt tussen de bergen en de zee
Het eerste wat we zien van Sóller is het gerestaureerde station, dat vooral opmerkelijk is door de grote binnenplaats en de herinneringen aan de vriendschap tussen twee grote Spaanse kunstenaars, Miró en Picasso, die Sóller in de jaren 60 vaak bezochten. Het tweede waar we tegenaan lopen is het historische trammetje dat het stadje met de haven verbindt. Maar dat is voor na de middag.
Eerst een rondje centrum waar de imposante Església de Sant Bartomeu het levendige Plaça de sa Constitució overschaduwt. In grijze kalksteen, met een uitzonderlijk groot roosvenster en drukke versieringen, is de kerk een knap voorbeeld van de modernista stijl. De huidige gevel en ook het bankgebouw tegenover de kerk zijn ontwerpen van één van de leerlingen van Gaudi.
Nog meer aparte gevels en krullerige balkonnetjes in modernista stijl zien we in de smalle straatjes rond het stadsplein, waar ook het (jammer genoeg gesloten) museum Ca’n Prunera te vinden is met kunstwerken van o.a. Picasso en Miró.
Langs leuke winkeltjes, gezellige tapasbars en terrasjes zoeken we een lunchadresje en bij toeval ontdekken we het verrukkelijke Can Gata in de Caller de sa Lluna nr. 51 - probeer zeker hun Pa Amb Oli Can Gata! Een zonnige binnenplaats met een mediterrane sfeer, planten, potten, beeldjes en bloemen in de schaduw van een citroenboom … dit voelt heel goed, dit is vakantie op z’n best (ondanks de geniepige kleine muggetjes!).
Port de Sóller, het haventje in de groene baai
Na de lunch gaan we stappen naar Port de Sóller, op iets minder dan 5 km van Sóller zelf. De wandelroute naar de kust loopt langs de rand van het stadje, langs weelderige tuinen vol bloemenstruiken in fuchsia en zacht blauw, langs felpaarse hagewinde, deftige cactussen en fruitbomen vol zomerse vruchten. Slanke cipressen, wuivende dwergpalmen, een stoffig karrespoor tussen de olijfbomen, een landschap in alle tinten groen, omlijst door de bergen van de Serra de Tramuntana … de natuur is hier vrijgevig!
De weg daalt en klimt, leidt ons over keien en boomwortels, langs open plekken met een straaltje zon en absurd gevormde boomskeletten. Dan horen we in de verte het geluid van de schapenbelletjes die zich al mengen met stadse autogeluiden en het rotsige pad maakt plaats voor de betonbaan. Jammer, ik wou zo meteen terug om die heerlijke wandeling nog eens over te doen!
Maar het zicht op het strand, de witte bootjes op het blauwe water, de verscholen baai van Port de Sóller met de groen begroeide heuvels, de vrolijke terrasjes aan de boulevard voor de nodige koffie en ijsjes, dat alles is toch ook fantastisch!
Een spectaculaire busrit terug
Twee mogelijkheden om vanuit Port de Sóller terug naar Palma te geraken: of met het treintje terug of met de bus terug. Wij verkiezen de bus en dan niet de directe lijn die door de 3 km lange Sóller tunnel gaat, maar de schilderachtige route die langs Deià en Valldemossa gaat. Een goeie raad: zorg dat je aan het raam zit want het uitzicht is letterlijk adembenemend. Onbereikbare baaien, steile kliffen, een blauwe of grijze zee (afhankelijk van zon of geen zon), groen van de olijfbomen, feller groen van de citrusbomen, donkergroen van de cipressen, kleine slaperige zandkleurige dorpjes … en de bus die vlotjes alle haarspeldbochten neemt … om nooit meer te vergeten!
Niet te verwonderen dat de ganse Serra de Tramuntana regio op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat.
Praktische info: http://trendesoller.com/
Tip: Wie een stevige wandeling niet ziet zitten, kan ook het houten trammetje nemen van Sóller naar de haven Port de Sóller.
Reactie plaatsen
Reacties
Mooi verslag ! Top , je zou zo weer vertrekken !
Als reisbegeleider van onze intersoc reis kan ik dit verslag met prachtige foto's en referenties alleen maar beamen .Dank je Bernadette om dit zo te verwoorden .
Fijn dat je ook het alternatief van de "pittige wandeling" vernoemt , belangrijk voor de wat ouderen onder ons .